Iets nieuws in iets ouds – Kort verhaal

(foto: Tangoculembourg.com)

‘Dan zeg ik op mijn beurt…’
De man valt stil en draait zijn hoofd eindelijk weg van het apparaat. Hij richt zijn ogen op mijn schouder. ‘Een reparatie kost zeker 400 euro. Ja en dan zeg ik op mijn beurt: dan kun je beter een nieuwe nemen.’
Voorzichtig kijkt hij me aan. Hoog op zijn voorhoofd tegen de kaalgeslagen haargrens begint zweet te parelen.
‘Het ding heeft al langer dan zijn levensduur gedraaid en dan zeg ik op mijn beurt een reparatie is wel goedkoper, maar er gaat iets nieuws in een bejaarde machine.’
Zijn schelvisogen achter de brillenglazen sperren zich een moment schuldbewust open alsof hij zojuist euthanasie op mijn partner heeft voorgesteld.
‘Ja en dan zeg ik op mijn beurt, daar krijgt u spijt van.’
Ik knik en bekijk mijn wasmachine die met overtuigende klotsgeluiden deed alsof hij waste. Achter het ronde ruitje liggen mijn handdoeken onbeweeglijk in een laag troebel water.
De reparateur wacht begripvol. Dan bonken we samen de trap af. Er ligt een vochtige film over het gezicht van de monteur. Donkere vlekken groeien op zijn overhemd.
‘Het is klam weer,’ zegt hij. ‘Vies weer en je moet steeds in die moeilijke hoekjes voor die apparaten, hé? Maar vanavond ben ik weer lekker fris hoor!’
Dat had hij niet moeten zeggen! Nu is hij plotseling een mens van vlees en bloed geworden en zal ik me de rest van de dag afvragen waar hij ’s avonds zijn fris gewassen lichaam voor gebruikt.
Bij de deur draait hij zich om en knikt me bedroefd toe: ‘U heeft een juiste beslissing genomen.’

Ik ben laat voor mijn dienst die avond. Ik zie hem meteen.
Met zenuwachtige rukjes trekt hij zijn overhemd los van zijn opbollende buik.
‘Wat is er met hem?’ Ik schiet mijn witte jas aan.
‘Niks, hij kwam mee met de patiënt op kamer 4. Net terug van de röntgen’, zegt mijn collega.
De monteur volgt me stilletjes naar kamer 4. In het bed ligt een oude man. Zijn huid is doorschijnend wit. Ik scrol door de röntgenfoto’s op mijn computerscherm.
‘Wat is er gebeurd?’ vraag ik aan de reparateur.
‘Ik.. we waren aan het..’ Hij stottert. ‘Ik liet hem vallen.’
‘Vallen?’
‘Bij de tango.’
De wasmachinereparateur ademt amechtig en stinkt naar zweet. ‘Is het te..? Zal het genezen?’
‘Nou uw vader is de jongste niet meer. Misschien moeten we een kunstheup overwegen.’
We staan zwijgend tegenover elkaar. Hij kijkt naar mijn schouder. ‘Wat kost een nieuwe heup?’ vraagt hij na een poos.
De airco zoemt.
‘De meeste patiënten knappen er erg van op’
De schelvisogen zwemmen hulpeloos achter zijn brillenglazen. ‘Iets nieuws, het is toch iets nieuws’, mompelt hij.
Ik lach hem bemoedigend toe. ‘Vertrouw me, over een half jaartje danst hij weer de rumba.’
De monteur schudt een paar maal zijn hoofd. Hij dept zijn voorhoofd. ‘Ja, ja, maar wat kost het, vraag ik u op mijn beurt?’
Ik haal mijn schouders op.
‘Ja ziet u, mijn ..’ Hij draait zich naar het bed. Zijn vingers kammen voorzichtig door het grijze haar van de oude man. ‘Mijn vriend is niet verzekerd.’